De waas voor mijn ogen wordt steeds dikker en uit reflex ga ik puffen. Twee keer kort, één keer lang. Geen idee waarom,
maar ook dat werkt niet. Duizelig zak ik weg in mijn angst,
schuin tegen het kastje aan.
Ik hoor en zie niks meer.
De kou van de grond voel ik nog wel, maar ik heb de helderheid niet om op te staan. Radeloos geef ik me over aan wat is. Ik sluit mijn ogen en traag zweef ik, rustgevend en kalm… waarna ik met een ruk omhoog wordt getrokken. Woest sleurt Raf me aan mijn arm overeind en duwt me hard tegen het aanrecht.
De schrik geeft lucht, waardoor ik me realiseer wat er gebeurt. Met zijn volle gewicht duwt hij tegen me aan, drukt mijn hoofd naar achteren tegen een van de kastjes en grijpt me bij mijn keel.
‘Wat wil je nou?’ veinst hij nijdig. ‘Wat wil je verdomme nou?’
Zijn hand duwt tegen mijn luchtpijp. ‘Het is godverdomme
midden in de nacht. Ga slapen met die flauwekul.’
Zijn gezicht is dicht bij het mijne. Dreigend en intimiderend.
Zijn hand ligt nog steeds om mijn nek. Het doet geen pijn,
maar ik besef dondersgoed wat hier gebeurt.
‘Wil je dit, hè?’ raast hij nijdig. ‘Wil je dít?’

© Lonneke van Engelen 2025
Ontwerp omslag: Communicatie Team
Binnenwerk: Haags Bureau | Boekenmakers
Drukwerk: New Energy
ISBN 978-90-831390-7-4
Uitgeverij MIJ
Alle gebruikte namen en onderlinge relaties vermeld in dit boek zijn gebaseerd op fictie. Gelijkenis met bestaande personen, relaties en situaties berust op louter toeval.